In het echt heb ik een neus 

Hoofdfilm maart was inspirerend!

Form follows function (‘vorm volgt functie’) is sinds het begin van de 20e eeuw een principe in de moderne architectuur en industriële vormgeving. Het houdt in dat het ontwerp van een bouwwerk of product voortvloeit uit het uiteindelijke gebruik.
Vorm is inhoud, dus, en filmmaker Stephane Kaas houdt zich aan dit principe in zijn documentaire In het echt heb ik een neus. Want deze film over webcomics oogt en vertelt als een webcomic. Een webcomic is een korte, oprechte strip waarin het persoonlijk leven van de tekenaar centraal staat en waarin serieuze onderwerpen met humor worden verbeeld.

Stephane Kaas houdt sinds augustus 2019 een getekend dagboek bij en realiseerde zich dat hij niet de enige is op de wereld die dat doet. En dus kwam hij op het idee om een film te maken over deze tekenaars. 
In de Verenigde Staten interviewt hij Jackie E. Davies (@underpantsandoverbites), die een karikaturale versie van zichzelf presenteert, zonder neus, en Emma Jon-Michael Frank (@jonmichaelfrank) die zijn psychische problemen met poëzie combineert. De Brit Alex Norris (@webcomic_name) komt via een klodderfiguurtje in drie tekeningen steeds tot dezelfde clou (‘oh no’) en geeft daarmee uitdrukking aan zijn leven als queer. In Nederland tekent en schrijft Renske de Greef (@renskedegreef) over de complicaties van het (aanstaande) moederschap in ‘Mamamorfose’, de Vlaamse cartoonist Christina de Witte (@chrostin) maakt tekeningen over hoe onveilig vrouwen zich soms op straat voelen en haar Oekraïense collega Zhenya Oliinyk (@evilpinkpics) laat haar impressies van de Russische inval zien.
Misschien spreekt de Amerikaanse Whit Taylor (@whittaylor), die haar eigen depressies en angsten belicht in haar tekeningen, wel voor hen allemaal als ze zegt dat haar webcomics haar ‘meest authentieke manier van bestaan vormen’.

Na de film ging Dini Glas in gesprek met de filmmaker, Grietje Keller van Perceval en het publiek. 
Stephane vertelde over het proces van filmmaken over dit specifieke onderwerp en Grietje over hoe en waarom zij zelf aan het tekenen is gegaan en wat de impact daarvan is geweest. 
Daarbij kregen we hele goede tips voor als we zelf aan de slag zouden willen, zoals bijvoorbeeld “The creative license : giving yourself permission to be the artist you truly are” van Danny Gregory. Toen zijn leven door een tragedie op zijn kop werd gezet, leerde Danny Gregory ermee om te gaan door zichzelf te leren tekenen. Het resultaat was een complete transformatie van zijn leven, zijn prioriteiten, zijn carrière en de manier waarop hij de wereld zag. In handgeschreven hoofdstukken vol met aquarelillustraties, biedt Danny nu lezers een programma om weer verbinding te maken met hun eigen creatieve energieën, met tekenen als voorbeeld. Hij helpt ons in de kunst om onszelf te laten falen, de verwachting van perfectie op te geven en onze ogen te openen voor de schoonheid om ons heen. Het resultaat is de toestemming om ons volledig uit te drukken en zonder angst deel te nemen aan het creatieve proces.
Een ander inspirerend boek is Portrait revolution : inspiration from around the world for creating art in multiple mediums and styles van Julia L. Kay. Zij is ook de oprichter van Julia Kay’s Portrait Party (JKPP). Een Portrait Party is een soort evenement waar tekenaars samenkomen en elkaar tekenen. Aangezien Julia Kay’s tekenaars over de hele wereld wonen, is het lastig om persoonlijk bij elkaar te komen, dus is JKPP een virtuele Portrait Party waarin mensen elkaar tekenen van daarvoor geplaatste foto’s. Alle leden van de groep zijn dus zowel onderwerp als maker van portretten.

JKPP is nog steeds actief en staat open voor nieuwe leden, dus als je innerlijke portrettekenaar is geïnspireerd na het leve3n van dit stuk, OF als je het gewoon leuk vindt om portretten te bekijken kan dat hier.

Heb je ook zin om te tekenen? Misschien is het leuk om een keer naar het Scip tekencafé te gaan!